Detentie bleek onterecht
by Annelyn

Ja, je leest het goed. De detentie van mijn vader bleek onterecht. Een jaar geleden moest mijn vader zich melden voor een gesprek met de directeur en senior casemanager in de penitentiaire inrichting (PI). Er was onenigheid ontstaan met de casemanager over het verloop van zijn fasering (het penitentiair programma). Hij kreeg het weekend huisarrest, mocht op maandag niet naar zijn werk en op dinsdagmiddag moest hij zich melden om over het voorval in gesprek te gaan. Mijn vriend voelde gelijk aan z’n water dat dit een probleem was en schoot in de paniek. M’n vader en ik lachte hem uit: ‘Kom op, hij heeft niks misdaan er is gewoon iets misgegaan in de communicatie. Doe even rustig.’ Misschien was mijn vriend zo overstuur, omdat hij als ‘buitenlander’ al vaker te maken heeft gehad met buiten proportionele gevolgen door bepaalde vooroordelen. In zijn geval vanwege zijn afkomst.
De situatie
Voor jouw beeldvorming zal ik de situatie even uitleggen:
Mijn vader werkte (onbetaald) voor een werkgever die werkzaam is in dezelfde branche als datgene wat mijn vader jarenlang heeft gedaan. De afspraak was dat mijn vader betaalt zou krijgen op basis van zijn prestaties. Bijvoorbeeld provisie bij iedere sale of een contract als hij frequent zou zorgen voor nieuwe sales. Mijn vader vond dat prima, want hij is altijd ondernemer geweest, had een aantal jaren uit de business gelegen en kon wel een opfriscursus gebruiken. Het was een goede basis om weer voor zichzelf te starten en wellicht had hij daar wel willen blijven. Ook vond hij het leuk weer onder de mensen te zijn, deed weer waar hij goed in was, wat hij leuk vond, leerde nieuwe vaardigheden en reed iedere dag 1,5 uur op en neer. Het aantal uren was zo’n 40 uur in de week.
In dezelfde tijd ontving hij ook een brief van de PI dat hij een uitkering kon aanvragen. Geen overbodige luxe, want hij had ten slotte geen vast inkomen. Zo gezegd zo gedaan. Mijn vader had recht op een klein bedrag, want hij woonde bij mij, maar het was genoeg om af en toe wat bij te dragen aan de boodschappen en zijn rekeningen te betalen. Nietsvermoedend belde hij de casemanager om te melden dat hij die dag niet naar kantoor zou gaan, hij had verkoudheidsklachten. Hij wilde alleen even melden dat die de deur uit ging om de papieren voor de uitkering op de post te doen. (als je een enkelband hebt en je ziek meld van werk, dan moet je wel een geldige reden hebben om de deur uit te gaan, daarom had mijn vader gebeld). Tot verbazing stuitte mijn vader op een boze casemanager, want die was in de veronderstelling dat mijn vader betaalt kreeg. De casemanager in kwestie had het gevoel dat hij ‘gepiepeld’ werd. In de volksmond voelde hij zich belazerd en hij wilde daarover in gesprek.
De casemanager
Er gingen een aantal weken overheen. De reclassering was tevreden en de betreffende werkgever ook. Tot de casemanager op gesprek kwam: hij moest per direct stoppen bij de betreffende werkgever en zich melden bij de PI om over de kwestie in gesprek te gaan. Hij zou gelogen hebben en had geen uitkering aan mogen vragen. Ja, je leest het goed. Zoals de casemanager het toen zo mooi had verwoord: ‘eens een fraudeur, is altijd een fraudeur. Je staat altijd 1-0 achter. Ik moet verantwoording leggen aan mijn leidinggevende en ik ga hier niet voor opdraaien.‘
Toen m’n vader mij over die uitspraak vertelde, moest ik nog hard op lachen. Wat is dit van ongein? Er is toch niemand die hier in mee gaat? Fijn zo’n casemanager. Anyway, ik houd van oplossingen dus begon gelijk met plan B. Mijn vader heeft er nog achteraan gebeld of hij bij een andere werkgever kon solliciteren, maar: dat was nog niet nodig. ‘Wacht maar even af tot het gesprek.’ Ik had toen al moeten weten dat het nooit een eerlijk gesprek zou worden, maar goed. Dat weekend heb ik met mijn vader netjes uitgeschreven wat de situatie was en hoe mijn vader zijn fasering verder voor zich zag. Inclusief alle communicatie (bewijzen) die op papier stonden om zijn ‘onschuld’ te bewijzen en met een ijzersterke motivatie waarom hij zo graag bij zijn huidige werkgever wilde blijven. Hij had het daar namelijk echt naar zijn zin én dat was ook duidelijk te merken.
Melden
Hij moest zich op een dinsdag middag om 14:00 melden. Die hele dag had ik al een onheilspellend gevoel. Zoals altijd ging ik voor de support natuurlijk mee. Toen ik hem een dikke kus wilde geven zei die nog: ‘Doe is normaal, ik ben zo weer terug. Het is alleen een gesprek.’ De tijd verstreek en met het kwartier werd ik zenuwachtiger. Tot na 1,5 uur de telefoon ging.. Het nummer van de PI: hij moest blijven.
Hij heeft geen eens de kans gekregen zichzelf te verdedigen.
Wat er toen door me heen ging is niet in woorden uit te leggen….
Ze hebben hem dus ten eerste voor onduidelijke redenen opnieuw vastgezet? Dat mag zomaar? En ten tweede wisten ze dus allang dat ze dit gingen doen?! Ze konden alleen niet het fatsoen hebben om dat alvast te zeggen? Zodat die nog even de familie gedag kon zeggen? Zelf z’n spullen kon pakken? Al was het alleen maar dat ik niet nog een keer op en neer moest rijden om zijn spullen te brengen. En even voor de duidelijkheid, mijn vader was alles behalve vluchtgevaarlijk.
Ik was er kapot van. Na al die tegenslagen was ik zo enorm blij om mijn vader weer bij mij te hebben. We hadden zoveel zin in de toekomst. Wij hadden er alle vertrouwen in. Pa had echt zin om weer aan de slag te gaan. Het is niet overdreven dat ik drie dagen lang aan een stuk door heb gehuild. Door de teleurstelling, het ongeloof, woede en verdriet. En dan krijg je ook nog opmerkingen naar je hoofd geslingerd als: ‘Hij zal het er wel zelf naar gemaakt hebben.’ Of ‘Ze doen zoiets echt niet zomaar…’
Nou, dus wel! Ik ben er weken druk mee geweest. Heb alle wegen bewandeld om hem vrij te krijgen, alles werd niet-ontvankelijk verklaard en ook een nieuwe werkgever mocht niet baten. Er was volgens de PI geen vertrouwen in een goed verloop, wat bijzonder is, omdat hij in de boeken stond beschreven als een ‘model-gedetineerde’. Samen met onze advocaat besloten we om dit gevecht aan te gaan.
Het verlossende woord
Een jaar na dato is er eindelijk een oordeel van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming: wij zijn in het gelijk gesteld! Er staat definitief op schrift dat hij ten onrechte 4,5 maand langer in detentie heeft gezeten. Bovendien is gebleken dat ze hem ook een nieuwe kans hadden moeten geven, want er was geen enkele reden om aan te nemen dat hij niet betrouwbaar was. Het is natuurlijk mosterd na de maaltijd, we krijgen de tijd niet terug, maar toch ben ik blij met het oordeel.
Het is namelijk een dikke middelvinger naar iedereen die ons niet geloofde en het nodig vond om te zeggen dat het wel weer aan hem zou liggen. Daarnaast ben ik blij dat ergens in het systeem rechtvaardigheid nog zegeviert. Gelukkig hadden wij een top advocaat die vertrouwen had in deze zaak.
Waarschijnlijk is mijn verhaal een druppel op de gloeiende plaat. Er gaat ergens iets mis met het beleid wat de DJI en/of Den Haag voert. Ik hoop van harte dat beleidsmakers nog eens willen kijken naar het huidige systeem. Bij deze meld ik me aan om daar over mee te denken. Ik hoop ook dat PIW’ers, casemanagers en andere werknemers binnen DJI scherp blijven naar elkaar. Dat de medewerkers met de juiste insteek gekozen hebben voor het beroep dat zij uitoefenen. En dat zij elkaar vooral durven aan te spreken als een collega buiten proportioneel handelt. Kijk niet weg, gedetineerden verdienen ook een eerlijke kans.
Zit jij nou in een vergelijkbare situatie? Zoek een goede advocaat en geef niet op!
En nog even een dikke shout-out naar mijn allerliefste vriend, lieve vriendinnen, toppers van collega’s, fam en niet te vergeten de andere faserende mannen van het PP die voor ons klaar stonden en met ons mee dachten. 🖤👌🏼